Half december 2014, vlak voor dat dit nummer zou worden gepubliceerd, overleed geheel onverwacht onze geliefde en gewaarde eindredacteur Bart Hageraats. Bart’s onverwachte verscheiden maakte onverbiddelijk duidelijk hoe belangrijk zijn positie binnen het Tijdschrift voor Mediageschiedenis was. Hoe moeilijk was het Bart’s werk over te nemen en hoezeer waren we afhankelijk geworden van zijn expertise en loyale ondersteuning. Onthand als wij waren, was het onvermijdelijk dat de publicatie van dit nummer flinke vertraging opliep. We zijn Bart onmetelijk dankbaar voor alle jaren dat hij de onwrikbare en constante spil van TMG heeft willen zijn. Omdat oud-redacteur en voormalig voorzitter Bernadette Kester het langst met hem heeft samengewerkt, hebben we haar gevraagd een in memoriam te schrijven.

Het huidige nummer is wat wij in redactionele kringen een ‘mengelnummer’ noemen en bestrijkt een veelheid aan onderwerpen. Jan Feringa beschrijft de opkomst van een geheel andere nieuwsbrenger, die van de ‘nieuwsagent’ in de zeventiende eeuw. Meer specifiek komen de agenten aan bod die vanuit de Republiek hun opdrachtgevers bedienden, die zich voornamelijk buiten de Republiek bevonden. Aan de hand van de agency theory betoogt Feringa dat het ontstaan van het fenomeen agent primair een economisch verschijnsel is. Jeroen Dera onderzoekt hoe boekbesprekingen op de radio in het Interbellum zich verhielden tot hun papieren equivalenten in de dagbladkritiek. Anders dan wellicht verwacht blijken radiocritici in de praktijk niet altijd promotioneel te werk te zijn gegaan: sommige radio-critici schrokken er niet voor terug een boek voor de microfoon af te kraken. Gertjan Willems beschrijft in ‘De betekenis van producent Jean Van Raemdonck voor de Vlaamse film’ de activiteiten van de Vlaamse producent Jean Van Raemdonck. Dit is een van de eerste artikelen op het nog weinig ontgonnen gebied van de Vlaamse en Nederlandse film- en televisieproducenten. Piet Bakker reconstrueert de opkomst van gratis kranten in Nederland die op hun hoogtepunt een oplage hadden van bijna twee miljoen, overeenkomstig met een-derde van de totale krantenoplage in Nederland. Concurrentie & recessie zorgden ervoor dat er anno 2015 nog maar één titel in Nederland bestaat hetgeen illustreert dat gratis kranten een klassiek ‘life cycle’ model doorlopen.

Esther van Hammelburg analyseert in haar artikel ‘#stemfie: reconceptualising liveness in the era of social media’ aan de hand van het recente fenomeen van de stemfie de veranderende werking van liveness in hedendaagse mediapraktijken en hoe dit het concept liveness problematiseert. Trilce van Navarrete’s artikel ‘Adoption of computers in Dutch Museums: interpreting the new tool’ is een van de eerste toepassingen van de Social Construction of Technology in Nederlands-Vlaamse mediageschiedenis. Zij beschrijft hoe bij de invoering van computersystemen in de Nederlandse musea de interpretaties van wat een technologie en wat men er mee kan en moet doen, net zo belangrijk waren als de nieuwe digitale technologieën zelf.

We willen graag de auteurs bedanken voor hun geduld en Klazien de Vries voor haar bijdrage als eindredacteur aan dit nummer. Op het moment dat wij grote moeite hadden de draad van dit nummer weer op te pakken heeft Klazien ons geholpen dit nummer te voltooien.

Martijn Kleppe